Tegen 2020 wil België dat dertien procent van alle geproduceerde energie groen is. Groene energie wordt gewonnen uit duurzame energiebronnen zoals windenergie, zonne-energie, bio-brandstof, … Momenteel hebben we die doelstelling nog niet bereikt. Hoe de situatie dan wel is? We geven je graag een stand van zaken.
De termen groene energie, hernieuwbare energie en duurzame energie worden vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn er subtiele verschillen. Een hernieuwbare energiebron kun je in principe onbeperkt in de tijd gebruiken. Een duurzame energiebron brengt daarenboven ook weinig milieuschade teweeg. In dat verband wordt er ook gesproken over ‘low-carbon energy’ of CO2-arme energie.
Groene stroom is dan weer elektriciteit die wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen. De term is de tegenhanger van uit fossiele brandstoffen opgewekte elektriciteit of ‘grijze stroom’.
Via de richtlijn 2009/28/EG heeft de Europese Unie zich voorgenomen om tegen het jaar 2020 gebruik te maken van groene energie voor minstens twintig procent van haar totale energiebehoeften.
Om dit doel te bereiken hebben de verschillende landen uit de EU nationale doelstellingen opgesteld. Zo heeft België zich voorgenomen om tegen 2020 dertien procent hernieuwbare energie te produceren. Vlaanderen zal daarvan 51% of 2.156 kiloton olie-equivalent voor zijn rekening nemen. Het federaal niveau staat in voor 17% (offshore), Wallonië voor 30% en Brussel voor 2%.
Momenteel hebben we dat doel nog niet bereikt. Volgens de jongste cijfers, die dateren uit 2014, is 5,7 procent van alle energie die in Vlaanderen gebruikt wordt, groene energie.
Het gaat om:
4,7 procent groene warmte, waarvan:
10,5 procent groene stroom, waarvan:
Voor recente cijfers over de productie van groene stroom kun je terecht op de site van de VREG.
Ook beschikbaar in Frans